Informatie over de batterij en de lader
Het apparaat werkt op een oplaadbare batterij. De batterij die bedoeld is om in dit
apparaat te worden gebruikt, is BL-5J . Nokia kan eventueel ook andere
batterijmodellen voor dit apparaat beschikbaar stellen. Dit apparaat is bedoeld voor
gebruik met één van de volgende laders: AC-8 . Het exacte modelnummer van de
lader is afhankelijk van het type stekker. Het stekkertype wordt aangeduid met een
van de volgende codes: E, X, AR, U, A, C, K, of B.
De batterij kan honderden keren worden opgeladen en ontladen maar na verloop
van tijd treedt slijtage op. Wanneer de gespreksduur en stand-byduur aanmerkelijk
korter zijn dan normaal, moet u de batterij vervangen. Gebruik alleen batterijen die
door Nokia zijn goedgekeurd en laad de batterij alleen opnieuw op met laders die
door Nokia zijn goedgekeurd en bestemd zijn voor dit apparaat.
Als u een batterij voor de eerste keer gebruikt of als u de batterij langere tijd niet
hebt gebruikt, is het mogelijk dat u de lader moet aansluiten, ontkoppelen en
vervolgens opnieuw moet aansluiten om het opladen te starten. Als de batterij
volledig ontladen is, kan het enkele minuten duren voordat de batterij-indicator op
het scherm wordt weergegeven en u weer met het apparaat kunt bellen.
Batterij veilig verwijderen. Schakel het apparaat altijd uit en ontkoppel de lader
voordat u de batterij verwijdert.
Correct opladen. Haal de lader uit het stopcontact wanneer u deze niet gebruikt.
Houd een volledig opgeladen batterij niet gekoppeld aan de lader omdat de
levensduur van de batterij kan afnemen wanneer deze wordt overladen. Als een
volledig opgeladen batterij niet wordt gebruikt, wordt deze na verloop van tijd
automatisch ontladen.
Vermijd extreme temperaturen. Probeer de batterij altijd te bewaren op een
temperatuur tussen 15°C en 25°C. Bij extreme temperaturen nemen de capaciteit
Product- en veiligheidsinformatie
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
173
en levensduur van de batterij af. Een apparaat met een warme of koude batterij kan
gedurende bepaalde tijd onbruikbaar zijn. De batterijprestaties zijn met name
beperkt in temperaturen beduidend onder het vriespunt.
Let op dat u geen kortsluiting veroorzaakt. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer
een metalen voorwerp zoals een munt, paperclip of pen direct contact maakt met
de positieve (+) en negatieve (-) poolklemmen van de batterij. (Deze klemmen zien
eruit als metalen strips.) Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer u een
reservebatterij in uw zak of tas hebt. Kortsluiting van de poolklemmen kan schade
veroorzaken aan de batterij of aan het voorwerp waarop deze is aangesloten.
Verwijdering. Gooi batterijen niet in het vuur. De batterijen kunnen dan ontploffen.
Verwerk batterijen in overeenstemming met de lokale regelgeving. Lever batterijen
indien mogelijk in voor recycling. Gooi batterijen niet weg met het huishoudafval.
Batterijlek. U mag nooit geheugencellen of batterijen ontmantelen, erin snijden of
ze openen, platdrukken, verbuigen, doorboren of slopen. Als een batterij lekt, dient
u te voorkomen dat de vloeistof in contact komt met de huid of ogen. Als dat toch
gebeurt, moet u uw huid en ogen onmiddellijk met water afspoelen of medische
hulp zoeken.
Beschadiging. Wijzig de batterij niet, verwerk deze niet tot een ander product, en
probeer er geen vreemde voorwerpen in te brengen. Stel de batterij niet bloot aan
en dompel deze niet onder in water of andere vloeistoffen. Batterijen kunnen
ontploffen als deze beschadigd raken.
Correct gebruik. Gebruik de batterij alleen voor het doel waarvoor deze is bestemd.
Onjuist gebruik van de batterij kan brand, explosie of ander gevaar met zich
meebrengen. Als het apparaat of de batterij valt, vooral op een hard oppervlak, en
u denkt dat de batterij is beschadigd, moet u deze ter inspectie naar een servicepunt
brengen voordat u die opnieuw gebruikt. Gebruik nooit een beschadigde lader of
batterij. Houd de batterij buiten het bereik van kleine kinderen.